Het blijft een proces waarin geen stations kunnen worden overgeslagen,
waarin de wetenschap sterk afhankelijk blijft van de natuur. ‘’Maar we mogen
spreken van een nieuwe mijlpaal’’, zegt aquamanager Andries Zwaga van Glasaal
Volendam. ‘’Nog niet eerder hadden we larven uit de Europese paling’’, deelt hij de
nieuwe doorbraak. ‘’Alleen leefde de langste 6 dagen, dus we hebben nog niet aan het
voedertraject kunnen beginnen’’.
Eerder werden alleen larven verkregen uit de Nieuw-Zeelandse paling. Op den duur
moet het gaan leiden tot palingreproduktie op een duurzame en natuurlijke wijze.
We zijn een stapje verder, op meerdere vlakken. Waar we voorheen blij mee waren,
is inmiddels normaal. Maar na één keer kun je niet meteen stellen dat het ons continue
lukt, dat we meer bevruchte eitjes en automatisch larven krijgen.
Het gaat met ups en downs, maar waar we voorheen heel veel mogelijkheden hadden in
de hoop dat we tot het gewenste resultaat zouden komen, zijn er inmiddels steeds meer
opties afgevinkt en kunnen we ons concentreren op die paar mogelijkheden.
In de tussentijd heeft Zwaga de methodieken hier en daar bijgesteld en de technieken aangepast,
om zo alle factoren zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
We zijn inmiddels verder dan het punt waar de wetenschappers in Leiden zijn geëindigd, puur
door het observeren en proberen.
Ze zijn momenteel aan de slag met het onderbouwen van de resultaten die wij op praktische
wijze hebben verkregen. We hebben door de aanpassingen qua tijd een maand gewonnen als het
gaat om de afrijping van het vrouwelijke geslacht. Bovendien zijn hier twee keer meer vrouwtjes
die afrijpen dan daar. Daardoor kun je nog vaker testen om tot de beste procedure en meeste kans van slagen te komen.
Een andere switch die men besloot te maken, was om voortaan louter gebruik te maken van kweekpaling en niet meer paling die in het wild gevangen is, omdat het percentage vrouwen dat tot afrijping komt, veel hoger blijkt te liggen. De wilde paling is toch vaak beschadigd vanwege het feit dat het is gevangen en voor langere tijd in een klein bassin rondzwemt in plaats van in de vrije natuur.
Ze komen uit een andere omgeving, waarin ze tevens niet gewend zijn aan het reproduceren in een
gesloten systeem. Wanneer we de techniek volledig beheersen, kunnen we over gaan tot in het wild gevangen paling. Misschien dat we dan met die paling op bepaalde punten zelfs een beter resultaat behalen.
‘’Er zijn zoveel stadia bij het ontwikkelen van eitjes, ieder vrouwtje is verschillend’’, elk individu heeft een apart verhaal waardoor je niet één en dezelfde behandeling kunt toepassen’’.
‘’Het is zeker geen standaardprocedure. Het blijven dieren, het is een kwestie van telkens aanvoelen, alles noteren, opslaan en weer ervaring opdoen’’.
Jammer dat we nog niet aan het voedertraject konden beginnen. Bij zes dagen is het bekje nog niet geopend. En het zijn kleine hoeveelheden larven, die bovendien heel kwetsbaar zijn. We moeten leren welke wijze van reproductie wel en niet kan worden toegepast.
The comments are closed.